Voor je je les kan maken, moet je eerst over enkele zaken nadenken:
STAP 1
|
STAP 2
|
- Activiteitsprincipe. Games geven de mogelijkheid om leerlingen actief aan de slag te laten gaan met de leerstof.
- Aanschouwelijkheidsprincipe: niet alle games zijn even aanschouwelijk, maar bij een goede keuze zijn er veel mogelijkheden. Sommige games simuleren op een zeer goede manier de werkelijkheid, waardoor de werkelijkheid in de klas gebracht wordt. Bovendien zorgt het spelen van games in de klas dat de leefwereld van de jongeren dichterbij gebracht wordt.
- Differentiatieprincipe: Sommige games differentiëren automatisch, bijvoorbeeld door adaptieve oefeningen die zich aanpassen aan het niveau van de leerlingen. Dit blijkt echter een minderheid van de games te zijn. In de meeste gevallen kunnen games gewoon helpen om de les meer gedifferentieerd aan te pakken, mbt interesses (games spreken interesses van sommige leerlingen aan) en mbt niveau (door verschillende levels aan te bieden aan verschillende leerlingen of door gerichte ondersteuning te bieden). Games kunnen ook helpen om tempodifferentiatie in je les aan te brengen.
- Geleidelijkheidsprincipe. Ook hier kunnen games helpen (bv levels), maar kunnen ze ook gebruikt worden bij het inbouwen van het geleidelijkheidsprincipe in de les. Zo kunnen leerlingen starten met verwerving, en tijdens het zelfstandig verwerken van de info aangepaste oefeningen krijgen. Games bieden ook vaak verschillende levels aan, waardoor ze tegemoet komen aan het geleidelijkheidsprincipe.
- Herhalingsprincipe. Games lenen zich zeer goed om het herhalingsprincipe in de les in te bouwen. Dit kan door een spel om de info van vorige les te herhalen in de instapfase van de les, of met een quiz op het einde van de les. Bovendien zien we in veel games ingebouwde herhaling.
STAP 3
|