04 LESACTIVITEIT
In deze fase ga je aan de slag zoals je dat altijd zou doen: je bepaalt de lesfase(s) die je wil uitwerken, je leerinhouden, je werkvormen en groeperingsvormen, de evaluatie. Denk ook na over je timing en je rol als leraar. Bepaal in deze stap ook je leermiddelen, inclusief de game die je zal gebruiken. Wanneer je met games aan de slag gaat, plan je dus de game in in je leeractiviteit, en staat het in onmiddellijk verband met alle verschillende elementen die je bepaalt bij het maken van zo’n leeractiviteit. Aan het einde van deze fase heb je een eerste uitgewerkte leeractiviteit.
Lesfases Wanneer je games in zet in je les, bepaal je de lesfase waarin je deze wil gebruiken afhankelijk van je focus en de doelen. Is het eerder om de leerlingen te motiveren in de instapfase of om de leerlingactiviteit te bevorderen in de verwerkingsfase? Of ga je hen met de game nieuwe leerinhouden laten verwerven door zelfontdekkend leren en exploratie? We gebruiken verschillende leer-modellen o.a. het activerende directe instructiemodel (ADIM, Leenders et al., 2015), maar ook het zelfontdekkend leren en onderzoekend leren kreeg een plaats. Sommige games lenen zich hier uitstekend toe. In elk van deze lesfases kunnen games ingezet worden. Elke lesfase moet dan ook apart verder uitgewerkt worden. |
Didactische uitwerking Om de lesfase uit te werken, moeten verschillende didactische elementen worden ingevuld. Om dit te doen kunnen we ons baseren op verschillende didactische modellen (de Corte et al., 1974; Valcke, 2007; Van Gelder et al. 1979). In deze modellen herkennen we verschillende elementen die ons ondersteunen in het opbouwen van een goede les, met of zonder games. Hieronder worden deze elementen toegelicht. Mens- en maatschappijbeeld De verschillende elementen van de onderwijsleersituatie worden beïnvloed door een bepaald mens- en maatschappijbeeld. Wij benadrukken daarbij vooral de digitale 21ste eeuw, waar verschillende 21ste eeuwse vaardigheden naar voren worden geschoven, zoals kritisch denken, creatief denken, probleemoplossend denken, sociale vaardigheden, zelfregulering,... Zoals in het ‘waarom’-gedeelte reeds besproken, lenen games zich uitermate goed om deze doelen te bereiken. Het gebruik van games in de klas past binnen een digitale 21ste eeuwse maatschappij. Leerstof en leerinhoud Welke leerstof zal je selecteren om je leerdoelen te bereiken? Binnen welk leergebied valt de lesfase die je wil opbouwen, en welke leerinhouden (welke begrippen, relaties, methodes, structuren, vaardigheden,...) moeten dus zeker gezien worden? |
Leermiddelen Om je leerdoelen te bereiken kan je verschillende leermiddelen inzetten. In eerste instantie moet je je afvragen welke infrastructuur heb je tot je beschikking hebt op je school: computers, tablets, wifi,...? Is dit beschikbaar voor al je leerlingen, of enkel voor de leerkracht? Vervolgens kan je ook nadenken welke games je zou willen inzetten. Ga je voor een minigame of een uitgebreider game? Moet het in 1 les, of mag het meerdere lessen in beslag nemen? Vormen deze leermiddelen een meerwaarde om je doel te bereiken? Heb je de juiste vaardigheden als leraar om de game te gebruiken (is het een moeilijk game, technisch gezien)? Je kan de praktijkvoorbeelden uit onze toolbox als inspiratiebron gebruiken. Werkvormen Je game zal gebruikt moeten worden in een les, en dus heb je ook een bepaalde werkvorm nodig. Dit is niet anders dan bij het gebruik van een gewoon boek of invulcursus en moet vooral gekozen worden met het oog op de doelstellingen die je voorop zette. Denk daarom na in welke werkvorm je het game kan inpassen. Je hebt hierbij keuze uit een heel groot aanbod van werkvormen: |
- Instructievormen/aanbiedende werkvormen: doceren, vertellen, demonstreren, filmpjes tonen, slides tonen,... Je kan bijvoorbeeld zelf een game spelen en de leerlingen laten meekijken. Of het game kan bestaan uit een verhaal dat verteld wordt door een avatar en waaruit de leerlingen iets leren.
- Interactievormen/gespreksvormen: discussie, brainstorm, klasgesprek, stemmen, onderwijsleergesprek,... Je kan bijvoorbeeld een game gebruiken om discussie op gang te brengen ahv stellingen. Of een app om een klasgesprek te sturen.
- Opdrachtvormen: huiswerk, maken van een verhaal/film/fotoreportage/affiche, practicum, oefeningen, hoekenwerk, contractwerk,... Je kan een game gebruiken om eerder geleerde theorie in te oefenen, of een app om een stop-motion video te maken. Je kan een laboproefje simuleren met een spel.
- Gemengde werkvormen: hoekenwerk, contractwerk, ... Deze complexere werkvormen lenen zich vaak goed tot het gebruiken van games. Zo kan je bijvoorbeeld een hoekenwerk opzetten waar in sommige hoeken een spel gespeeld wordt en in andere niet.
Groeperingsvormen Rekening houdend met de infrastructuur die je aanwezig hebt op je school, en de doelstellingen die je voorop schuift, denk je ook best goed na over hoe het game gespeeld wordt: individueel, klassikaal of in groepen? Zo kunnen alle leerlingen individueel aan een computer zitten in een computerlokaal, of kan iedereen een laptop hebben in een gewone klas, maar kan een spel ook klassikaal gespeeld worden, waarbij er misschien maar 1 computer nodig is vooraan. Wanneer het spel verwerkt wordt in een hoekenwerk, kan het bijvoorbeeld zijn dat hier in groep mee aan de slag gegaan wordt. Misschien ga je in duo’s te werk, zodat leerlingen voldoende betrokken zijn maar toch leren samenwerken? Games lenen zich uitermate om extra vaardigheden zoals samenwerking te leren, maar het is wel belangrijk om deze vaardigheid ook expliciet te bespreken met de leerlingen. Wat verwacht je? Hoe werken we goed samen? Hoe zien de leerlingen dit, en hoe zie jij dit Hoe zorgen we ervoor dat elke leerling evenveel kan deelnemen? |
Evaluatie
Evaluatie is belangrijk in elke onderwijssituatie. Goede formatieve feedback heeft een belangrijke impact op het leerproces van leerlingen. Games kunnen hier belangrijke opportuniteiten bieden (bv. Onmiddellijke feedback bij oefeningen of het opslaan en opvolgen van resultaten), maar wanneer niet nauwgezet opgevolgd, kan het ook zijn dat leerlingen net teveel aan hun lot overgelaten worden. We zien dat leerlingen gemakkelijk verder prutsen en dezelfde fouten opnieuw maken zonder zich hiervan bewust te zijn. Het is dus belangrijk om bij het opstellen van de les ook na te denken over hoe de evaluatie gebeurt, zowel de tussentijdse taakgerichte en procesgerichte feedback als de uiteindelijke summatieve evaluatie.